Blog Layout

Hoe overleef ik mijn moeders CVA (beroerte)? Part 4

Daniëlle Ter Horst • okt. 23, 2021
Na een aantal dagen mocht mama van de IC af en ging ze naar de CVA unit. Op die afdeling waren ze gespecialiseerd in het behandelen en verzorgen van mensen die een herseninfarct hebben gehad. Het was bizar om daar te zijn omdat mijn moeder gewoon echt jong was en dat was voor de meeste verplegers ook nieuw. Maar ze zou daar gaan aansterken en beginnen met revalideren. Ik was al iets geruster gesteld en durfde nu wel meer naast haar bed te zitten omdat het kritieke er in mijn beleving af was. Ondertussen viel het ons wel op dat mama nogal zwaar ademde en dat haar hartslag nogal omhoog en omlaag schoot. Maar het ging echt van 80 naar 150 uit het niets. Dit was op de intensive care ook al zo en daarom was ze nog aangesloten op een hartmonitor die in verbinding stond met de IC. Dit was puur om haar nog in de gaten te houden. Ik vond dit een heel fijn idee omdat ik toch nog een soort onderbuikgevoel had dat er iets zou gaan gebeuren. Boy was I right…

Ze lag nog geen dag op de CVA-afdeling en toen ging het weer mis. Ik had besloten om weer niet mee te gaan naar het bezoekuur. Ik vond het allemaal zo lastig en ik wilde gewoon even voor de televisie hangen. Yes, ik bleef die rare en onhandige puber die haar angsten niet echt onder ogen wilde komen. Ik vond dat ik er al vaak zat was en mocht best een keertje weer thuisblijven. Mijn broer was wel gegaan en op het moment dat hij terugreed van het ziekenhuis kreeg ik een telefoontje. Of wij zo snel mogelijk weer naar het ziekenhuis wilde komen want ze hadden net onze moeder moeten reanimeren en ze was weer teruggebracht naar de IC. Ik zei dat we er gelijk aan zouden komen. Ik hing op en ben als een kip zonder kop naar buiten en alsof het lot ermee speelde kwam op dat moment mijn broer al aanrijden. Hij stapte uit en ik gaf aan dat hij weer de auto in moest. Hij begreep er niet zo heel veel van want hij kwam notabene net bij haar vandaan, dus hoe kan dit? Ik had ook geen idee, maar de verpleging klonk nogal bezorgd dus we moeten nu terug. Mijn adrenaline levels waren weer sky high en op dat moment dacht ik er wel aan om in ieder geval mijn sigaretten mee te nemen. We besloten ook om oma maar weer op te halen want als het echt zo ernstig klonk allemaal dan kun je maar beter het zekere voor het onzekere nemen. Ondertussen maakte mijn hoofd overuren. Als ze moeten reanimeren dan was ze toch eigenlijk al dood? Hoe ligt zij er dan nu bij? Wat als het nog een keer gebeurt? Hebben haar hersenen dan nu ook weer een optater gehad? En haar hart? Wat is daarmee aan de hand! Allemaal vragen die ik op dat moment niet kon beantwoorden maar waar mijn puberbrein wil heel erg mee bezig was. Nog steeds liet ik mijn tranen niet zien. Ik moet sterk zijn! Want als ik dat doe dan komt het allemaal goed. 

Eenmaal in het ziekenhuis lag mama er eigenlijk heel rustig bij. Maar dat was ook logisch, doordat ze haar hebben moeten reanimeren is ze in subcoma terecht gekomen. Eigenlijk hield dit in dat ze niet meer reageerde op pijnprikkels. Ze moest hier binnen zeven dagen uitkomen anders zou deze toestand wel eens blijvend kunnen zijn. Eigenlijk moesten we gewoon afwachten wat er ging gebeuren. Weer ging ik uren doorbrengen in het kamertje met de tikkende klok want ik wilde zo min mogelijk aan mijn moeders bed zitten. Mijn angst was weer volop aanwezig want het was weer kritiek. Ook stond het shockapparaat waarmee mijn moeder is gereanimeerd gewoon nog klaar in haar kamer. Want het was ons ook duidelijk gemaakt dat dit eventueel weer kon gebeuren, dus de verpleging was erg alert. Elk belletje wat afging werd uitvoerig gecontroleerd. Ook werden wij goed in de gaten gehouden, iets wat ik toen strontvervelend vond, maar wat ik nu ontzettend goed begrijp. De verpleging kwam eigenlijk steeds bij mij kijken en even met mij praten.

Er is één gesprek tussen mij en een verpleegster die ik mij heel goed kan herinneren. Een vrouwelijke verpleegster kwam het kamertje binnen, ook nog eens onder GTST, en die verplichte mij eigenlijk om bij mama te gaan kijken. Ik zei haar dat ik daar geen zin in had en dat ik gewoon rustig GTST wilde kijken. Ze begreep dat heel goed, maar ik zou er spijt van krijgen als ik nu niet zou gaan. Hoezo zou ik spijt krijgen? Het komt toch allemaal goed? Ik kan morgen toch nog wel bij haar gaan zitten? Waarom moet dit per se nu? Toen zei ze het volgende: “Omdat als je moeder vannacht weer gereanimeerd zou moeten worden het wel eens afgelopen zou kunnen zijn omdat ze heel zwak is op dit moment”. Op dat moment gaat er van alles door je heen. Maar ik wist zeker dat ze niet zou komen te overlijden, dat zou ze ons niet aandoen. Ik, eigenwijs zoals ik was, wilde nog steeds niet gaan, maar toch kon ik het niet laten om toch even te gaan kijken. Mijn broer en oma zaten al aan haar bed en oma was weer hele gesprekken met haar dochter aan het voeren. Alleen zei haar dochter niet zo heel veel terug. Toch vond ik het allemaal maar niks. Mijn eigen hartslag vloog volgens mij ook de pan uit en ik had echt een vluchtreactie. Maar ik kon mezelf natuurlijk niet laten kennen dus ben netjes bij haar aan het bed gaan zitten. Ik kon het weer vijf minuten volhouden en toen vond ik het wel weer best. Ik wist zeker dat ze hier uit zou komen.

Toch waren die dagen echt heel slopend. Het was soms 3 keer op een dag naar het ziekenhuis heen en weer rijden. Ik had op dat moment geen rijbewijs dus ik was echt afhankelijk van mijn broer. Ondertussen probeerde ik mijn eigen leven ook gewoon te leiden en ik ging zelfs nog naar school. Ik deed de opleiding logopedie op dat moment en ik had tentamens. Er werd mij al gezegd dat ik het in een later stadium wel kon doen, maar ik was weer eens eigenwijs. Ik kan mij 1 tentamen nog herinneren en dat was er eentje over de hersenen. Toch even opscheppen… ik had zonder te leren een 7. Beetje jammer dat dit kwam doordat mijn moeder ernstig ziek was, maar hé! Ieder nadeel heeft zijn voordeel. Terugkijkend snap ik niet hoe ik dit allemaal heb kunnen doen. Wat een groot masker had ik opgezet en die heb ik ook zo ontzettend lang opgehouden. Ik word er verdrietig van als ik hieraan denk. Die verpleegster die toen met mij sprak had dit door, maar ik liet haar niet toe. Ik liet eigenlijk helemaal niemand toe en dat maakte het lastig om mij als persoon te helpen. Ik weet ook niet wat er was gebeurd als ik haar wel had toegelaten of als ik überhaupt eerder mensen had toegelaten. Daar gaan we ook nooit meer achter komen en op dat moment was dat de coping die ik had en die mij op de been hield. Dus zat ik eigenwijs een paar minuten naast mijn moeders bed om vervolgens weer het kamertje met de tikkende klok in te duiken. Elke dag was het spannend of mama nu al uit die subcoma was…

Lees de volgende keer part 5.

Share by: